20 oktober 2015

Afgelopen donderdag 15 oktober diende zich een moment aan dat velen in Amsterdam al lange tijd zagen aankomen: de eerste groep ongedocumenteerden in de stad meldde zich bij het Vreemdelingenloket met het verzoek om een plek in de bed-bad-brood voorziening, zonder dat er plek voor hen was. Ongeveer 35 vluchtelingen verzochten om deze basisvoorziening omdat hun tijdelijke opvang in voormalig verpleeghuis De Wittenberg werd beëindigd. Zij moesten onverrichter zaken terugkeren. Pogingen van de Gemeente om opvang in andere steden te verschaffen liepen op niets uit. Momenteel wordt de groep op particulier initiatief voor enkele dagen op verschillende plekken in de stad opgevangen.

In de huidige opzet was deze gang van zaken helaas onvermijdelijk. Het Rijk en de Gemeente Amsterdam pleiten principieel voor een sobere opvang zonder enige vorm van begeleiding (ook al is een plaats in de bed-bad-brood even duur als 24-uurs opvang verzorgd door hulporganisaties zoals het ASKV). Dit betekent echter ook dat de bed-bad-brood voor velen een eindstation wordt. Er is geen sprake van door- of uitstroom en het totale gebrek aan perspectief werkt incidenten in de hand. Begeleiding bieden is daarom niet alleen aantrekkelijk vanuit humanitaire overwegingen, maar ook efficiënt en kosteneffectief: wanneer er sprake is van doorstroom kunnen meer mensen geholpen worden met hetzelfde aantal plekken.

Niettemin is het een uitbreiding van het huidige aantal van 135 plaatsen essentieel (vergelijk: in één week tijd zijn 1200 bedden voor nieuw gearriveerde asielzoekers gecreëerd, waarvoor hulde). Momenteel wacht de Gemeente af tot een rechter hen dwingt de opvang op te schalen, de (aanstaande) dakloosheid van enkele tientallen mensen ten spijt, ook al bestaat de rechterlijke uitspraak dit te doen al lang. De Rechtbank Amsterdam stelde op 8 mei 2015 onomwonden dat “ook meerderjarige vreemdelingen zonder geldige verblijfsstatus een onvoorwaardelijk recht hebben op toegang tot onderdak, voedsel en kleding om te voorkomen dat deze personen hun basale levensbehoeften wordt onthouden.” Op basis van de uitspraak concludeerde het Nederlands Juristenblad dat het weigeren van toegang tot de bed-bad-en-broodvoorziening het respect voor de menselijke waardigheid zodanig raakt, dat het recht op een privéleven van een persoon (art. 8 EVRM) onmogelijk wordt gemaakt.

Om deze reden doet het ASKV een dringende oproep aan de Gemeente Amsterdam om zich te houden aan het geldende recht, en de bed-bad-brood als basisvoorziening aan te bieden aan alle ongedocumenteerden in de stad.

 

Geplaatst in:

Opinie