6 februari 2019

Ludmila
1961, Russische deel- republiek
Noord-Ossetië
Sinds 1999 in Nederland.
Verblijfsvergunning dankzij generaal pardon in 2007.
Gescheiden, twee dochters.

Eigenlijk ging het Ludmila voor de wind, in Vladikavkaz. In plaats van een slecht verdienende verpleegkundige was ze zakenvrouw geworden, ze importeerde met succes Italiaanse meubelen. Ze bezat een huis en een magazijn, de zaken liepen goed. Toen kwamen er barsten in het glazuur. Eerst werd haar vijfjarige dochtertje Inga ziek. Reuma, zei de dokter. Daarna kregen ze inbrekers op bezoek, mannen met bivakmutsen en pistolen die er niet voor terugdeinsden Ludmila te dreigen met het gloeiendhete strijkijzer waarmee ze aan het werk was geweest: ‘Geef alles wat je hebt!’ Dat kostte veel geld en maakte haar onzeker. Hoe kon je je tegen dergelijke criminaliteit beschermen? ‘In Rusland,’ zegt ze, ‘voelt niemand zich ergens verantwoordelijk voor.’

“Dankzij het ASKV kreeg ik mijn hoop terug, geloof in mensen, in landen, er was toch recht”

Ludmila in het ASKV boek ‘Binnen, over mensen die aanklopten bij het ASKV’, te bestellen via deze link

Toen Inga steeds zieker werd en Ludmila haar voor onderzoek naar een polikliniek bracht, werd de barst in het glazuur een breuk. ‘Het gaat heel slecht met haar,’ zei de dokter. ‘Wij hebben niet de medicijnen of apparaten die ze nodig heeft. Er is geen minuut te verliezen, ze moet onmiddellijk naar een ziekenhuis in een grote stad, naar Rostov.’ Met een verpleegkundige en een infuus werden ze in allerijl naar de trein gebracht. Pas onderweg las Ludmila de diagnose. Levensgevaarlijke leukemie.‘Op dat moment veranderde er iets bij mij vanbinnen. Ik werd een wolf. Als je geraakt wordt waar het pijn doet, krijg je kracht. Ik wist dat ik naar Moskou moest om mijn kind te redden. We zijn bij de eerste halte uitgestapt, ik heb dubbel betaald voor vliegtickets naar Moskou en een dag later kwamen we daar aan.’

Het ziekenhuis in Moskou vroeg veel geld. ‘Geen probleem,’ zei Ludmila tegen de artsen, ‘begin maar!’ Maar het was wel een probleem. De verkoop van haar huis en de $10.000 die het thuisfront inderhaast inzamelde met advertenties in kranten en op tv, waren net toereikend voor vier weken behandeling en verblijf in Moskou. Daarna zei de dokter: betalen of wegwezen. Ze moesten hun heil elders zoeken.

Op een toeristenvisum reisden ze naar Berlijn. Drie dagen in een bus, Inga met een katheter, Ludmila met een eerste-hulpkit. ‘Als ze niet snel chemotherapie zou krijgen, was alles verloren. Maar de dokter in Berlijn wilde geen Russen helpen. “Hippocrates vraagt niet naar de nationaliteit van zieke mensen,” heb ik gezegd. Ten slotte vroeg hij 70.000 mark. Met mijn laatste geld heb ik één dag chemo betaald, 1000 mark. Moest ik mijn kind verliezen omdat ik geen geld had? Ik wilde mijn recht zoeken, maar waar? Op de kaart vond ik het dichtstbijzijnde land. Nederland. Op Centraal Station in Amsterdam nam ik de metro naar het VU-ziekenhuis. Daar ging men meteen voor Inga zorgen, en daarna pas praten over geld.

Dat was voor het eerst.
’In één maand was hun oude wereld uit elkaar gespat. Vijf jaar lang kreeg Inga in het VU- ziekenhuis chemotherapie, met succes. Wie er betaalde? Een asielfonds, denkt Ludmila. Dochter Diana kwam over uit Rusland, ze hadden elkaar vreselijk gemist. Vijf jaar woonden ze in azc’s Toen Inga beter was, moesten ze gaan. In 2005, na een tweede deportatiebevel, doken ze onder bij een vriendin. Inga’s lerares verzekerde dat ze op het lyceum veilig was. Angst regeerde. Als Ludmila Inga naar school bracht, namen ze verschillende ingangen om controleurs te misleiden.

Toen adviseerde iemand haar naar het  ASKV te gaan.
‘Dankjewel en God help hen!’ roept ze als het onderwerp ter sprake komt. ‘We sliepen bij die vriendin op een nat matras op de grond, maar terug naar Rusland, dat nooit. Mijn hoofd kende maar één gedachte: hoe kan ik hier blijven? Toen gaf het  ASKV ons een huis in Holendrecht. Een kamer van drie bij vier, in een huis met drie andere vrouwen en hun kinderen. Het was niet altijd makkelijk: de meisjes mochten nooit lawaai maken, en soms was er ruzie over schoonmaken of mannenbezoek. Maar we waren veilig. Het  ASKV regelde de ziektekostenverzekering en zocht oplossingen voor studieproblemen. Leren is belangrijk voor jonge mensen! Toen Diana geweigerd werd voor de opleiding tot schoonheidspecialiste, belde iemand van het  ASKV met de school; daarna mocht het wel. Toen Inga moeite had met wiskunde en bijles te duur was, kwam iemand van het  ASKV iedere week met haar studeren. Aan het  ASKV durfde ik alles te vragen. Zonder hen had ik mijn hoop verloren. Mijn geloof in mensen, in landen. Er waren dus toch goede mensen in de wereld, er was recht!

Het generaal pardon bevrijdde het gezin van Ludmila in 2007 van de angst voor deportatie. Ze wonen nu in een flat in Amsterdam-West – waar, of de duvel ermee speelt, al twee keer is ingebroken. Criminaliteit, en de angst ervoor, is overal. Diana werkt als schoonheids- specialiste, Inga blijft onder medische controle, maar is gezond. Ze studeert juridische dienstverlening. Ludmila werkte een tijd in de horeca en als verkoopster bij C&A. Een jaar had ze als zzp’er een schoonmaakbedrijfje, maar de twee kleine opdrachten die ze binnen- haalde waren onvoldoende. Ze volgde een massagecursus en werkt nu als vrijwilligster in een verzorgingshuis. Ze schreef wel honderd sollicitatiebrieven. ‘De afgelopen veertien jaar heb ik mezelf niet kunnen ontwikkelen. Ik was verpleegkundige, ik wil graag een opleiding volgen en werken als verzorgende. Maar ja, mijn leeftijd… Ik voel me nu niet nuttig, voor niemand. Ik wil heel graag werken.’

TEKST: Liesbeth Sluiter
FOTO:  Sander Troelstra

Geplaatst in:

Life story