Op 3 november 2025 verzamelden ruim zeventig mensen zich bij Ru Pare in Amsterdam voor Staatloosheid in Nederland: twee jaar na de wetswijziging, een dag georganiseerd door ASKV en de Institute on Statelessness and Inclusion (ISI).ย Twee jaar na de invoering van de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid stonden deelnemers,ย staatloze mensen, juristen, gemeenten, IND-medewerkers, onderzoekers en organisaties uit het veld stil bij hoe de wetten in de praktijk werken en hoe we ervoor kunnen zorgen dat ze doen waarvoor ze in het leven zijn gebracht; een eerlijk, toegankelijk en effectief systeem dat recht doet aan het leven van staatloze mensen.
De wetswijziging van 2023 introduceerde voor het eerst een formele procedure om staatloosheid in Nederland vast te stellen, zowel via de rechtbank als via gemeenten voor โevident staatlozeโ personen. Daarmee kreeg Nederland eindelijk een juridisch kader dat duidelijk moet maken wie geen nationaliteit heeft en welke rechten daarbij horen. Helaas leidt deze vaststelling niet tot verblijfsrecht. De juridische hervormingen waren een mijlpaal, maar nu, twee jaar verder, blijkt ook hoe weerbarstig de praktijk soms kan zijn.
Rechter Hetty Boone van de rechtbank Den Haag schetste in haar keynote speech hoe de rechterlijke procedure zich tot nu toe ontwikkelde. Van de 88 aanvragen die sinds 2023 zijn ingediend, leidde het merendeel tot een erkenning van staatloosheid. Sommige van deze zaken hadden via de gemeentelijke procedure kunnen worden opgelost. Het riep de vraag op waarom deze route niet altijd wordt benut en mensen toch bij de rechtbank belanden. Boone benoemde ook dat er in enkele gevallen te weinig bewijs was om iemand staatloos te verklaren, terwijl er tegelijkertijd ook geen nationaliteit kon worden vastgesteld. Zulke situaties, concludeerde ze, vormen een duidelijke lacune in het systeem.
Persoonlijke praktijk
Daarna kwam de gemeentelijke praktijk aan bod. Paulien Baaij van de gemeente Utrecht vertelde hoe haar gemeente al jaren probeert de registratie van staatloosheid te verbeteren. Utrecht bouwde een gemeentelijke expertgroep op, nodigde inwoners uit om hun registratie te laten controleren en investeerde in kennis bij de burgerlijke stand. Toch bleek ook hier hoe ongelijk het landschap is. Niet elke gemeente beschikt over dezelfde expertise, waardoor stateloze inwoners in de ene gemeente vooruitkomen en in de andere blijven steken.
De persoonlijke verhalen die daarna volgden, gaven de cijfers een gezicht. De podcast โTales of Belongingโ werd gelanceerd, waarin staatloze vrouwen hun ervaringen delen. Alle drie de aflevering zijn hier te beluisteren.
In gesprekken voorafgaand aan het symposium hadden ASKV en ISI stateloze mensen geรฏnterviewd, en drie leden van het Stateless Rights Collective, Ahmed, Mahmud en Abdulmajid, deelden hun ervaringen op het podium. Zij vertelden over jarenlange onzekerheid, over steeds opnieuw moeten bewijzen wat er niet is, en over de dagelijkse spanning van leven zonder perspectief. Mahmoud beschreef hoe hij acht jaar lang niet mocht werken, terwijl hij wel moest voldoen aan verplichtingen en gesprekken bij verschillende instanties. Hij vertelde dat jarenlange onzekerheid ertoe kan leiden dat je aan jezelf gaat twijfelen. Niet vanwege het ontbreken van een nationaliteit, maar omdat de omgeving voortdurend de indruk wekt dat dit jouw eigen schuld is.
Advocaten en hulpverleners bevestigden dat deze verhalen geen uitzondering zijn. Zij zien hoe gemeenten soms terughoudend zijn, hoe inconsistenties ontstaan tussen IND, DT&V en lokale loketten, en hoe de bewijslast in praktijk vaak bij een staatloos persoon terechtkomt. Advocaat Eva Bezem benadrukte dat cliรซnten nog steeds van het kastje naar de muur worden gestuurd tussen verschillende instanties, terwijl de wet juist bedoeld was om duidelijkheid te bieden. Ook blijft de route naar een verblijfsvergunning onduidelijk voor mensen die inmiddels als staatloos zijn vastgesteld.
Betere samenwerking
Tijdens de twee verschillende workshops onderzochten deelnemers hoe de gemeentelijke en rechterlijke procedures zich in de praktijk tot elkaar verhouden en waarom dossiers soms onnodig vastlopen. Ze bespraken problemen zoals gemeenten die blijven vragen om documenten die niet bestaan, beperkte afstemming tussen instanties en onzekerheid over welke zaken โevidentโ zijn. Deelnemers keken ook naar de bewijslast: hoe bewijs te verzamelen voor een vaststelling staatloosheid en hoe kennis en jurisprudentie beter toegankelijk kan worden. De kern van beide sessies werd duidelijk: betere samenwerking en gedeelde expertise zijn essentieel om langdurige onzekerheid voor staatloze mensen te voorkomen.
Aan het einde van de dag werd duidelijk dat beide sessies naar hetzelfde punt wezen: zonder echte samenwerking, transparante informatie en een gedeeld begrip van wat staatloosheid in de praktijk betekent, blijft het systeem steken. Maar juist de uitwisseling gedurende de dag – tussen gemeenten, rechters, NGOโs, advocaten, IND-medewerkers en staatloze mensen zelf โ liet zien wat wรฉl mogelijk is als je samenwerkt. We streven allen naar een systeem dat werkt voor diegene waar het bedoelt voor is en daar blijven we gezamenlijk aan door werken. We kijken terug op een succesvolle bijeenkomst en danken alle deelnemers.









