17 april 2019

Adul
1959, Congo
Begin 1987 naar Nederland gevlucht.
In 1993 verblijfsvergunning op humanitaire gronden.
Woont zelfstandig, heeft vriendin.

‘Ik had elektrotechniek gestudeerd en werkte in een familiebedrijf. Hoewel mijn vader burgemeester was, had ik het gevoel dat ik onvoldoende kansen kreeg om me te ontplooien. Zodat ik politiek actief werd in de Union Démocratique pour le Progrès Social, de udps. Deze in de jaren tachtig opgezette beweging streefde naar democratie en vrijheid van meningsuiting, maar politieke activiteiten waren in Zaïre, zoals Congo toen ging heten, niet toegestaan. Je had er een echte dictatuur met één partij, de Mouvement Populaire de la Révolution van president Mobutu, en wie voor een andere politieke overtuiging uitkwam, kreeg te maken met de geheime dienst en de politieke politie. Veel mensen zijn slachtoffer geworden van het regiem; ook zijn veel mensen vermoord.

“Het was wel prettig dat ik eindelijk in alle rust naar mijn toekomst  kon kijken”

Adul in het ASKV boek ‘Binnen, over mensen die aanklopten bij het ASKV’, te bestellen via deze link

Twee keer ben ik in de problemen gekomen, heb gevangengezeten. Nadat ik was ondergedoken, hielpen mensen mij het land te verlaten. Ik ben toen via Antwerpen naar Nederland gevlucht. In de winter van 1987, in januari, februari, kwam ik er aan. Er lag sneeuw en het was ijskoud.

Eerst belandde ik bij Vluchtelingenwerk, maar toen ik in juni, juli een afwijzende beschikking had gekregen – ik moest het land uit, maar kon wel in beroep – meldde ik me aan bij het ASKV. Ik had gehoord dat ze daar dieper graven bij het zoeken naar bewijzen en je meer ondersteuning geven: juridische hulp, advocaten, tolk. Ik sprak immers nog geen woord Nederlands.

Het ASKV verzamelde documentatie over wat er in Zaïre aan de hand was, maar mijn beroep werd in april 1988 afgewezen. Ik mocht als illegaal de beschikking niet eens afwachten en moest meteen het land uit. In de tussentijd had ik de vereniging Zaïre-Nederland Solidariteit helpen oprichten, de ZNS, die in 1989 is samengegaan met Msaada, wat Swahili is voor ‘verenigen’. We hadden een bestuur bestaande uit tien mensen en zo’n driehonderd leden, allen Zaïrezen. Maar voor het zover was, werd ik in 1988 in de trein bij Dordrecht opgepakt. Ik was namelijk onderweg naar Roosendaal, waar ik onderdak had gevonden en bovendien naar de dokter zou gaan.

Ik heb achtentwintig dagen gevangengezeten, eerst in Rotterdam, vervolgens in Hoorn, waar ik gevangeniskleding moest dragen. Ik was echt bang dat ze me naar Zaïre zouden terugsturen. Doodsbang. In Hoorn kreeg ik bezoek van mensen van het ASKV, Astrid en Rens. Omdat ik problemen met mijn onderbuik had, een bacterie, en een moeilijk onderzoek moest ondergaan, werd ik om medische redenen vrijgelaten. Ze zeiden er wel bij dat ik een tweede verzoek moest indienen. Ze gaven me een goede kans, maar ik moest dan wel mijn papieren regelen

Ik ben verder gegaan met de procedure en heb geprobeerd een medische verklaring te krijgen, wat me niet is gelukt. In 1990 ben ik thuis in de Bijlmer voor de tweede keer opgepakt. In die tijd had ik net contact gelegd met Lumumbisten, volgelingen van de in 1961 vermoorde eerste premier van Congo, Patrice Lumumba. Ik wilde Nederland uit en hoopte via hen naar Libië te kunnen vertrekken, maar daar stak de politie een stokje voor. Ik heb een maand vastgezeten. Eerst hier in de Marnixstraat, daarna in Alkmaar, in Schutterswei.

Een contactman van de Vreemdelingendienst moedigde me daar aan opnieuw een verzoek in te dienen. Ik zou zeker een kans maken, zei hij. Hetzelfde zei de advocaat die ik net van het ASKV had gekregen, Jaap de Groot. Iedereen steunde mij, het ASKV, Steunpunt Vluchtelingen De Pijp en de Rivierenbuurt, Oranjekerk, de Diakonie.

Ditmaal mocht ik de beschikking thuis afwachten en in 1993, na nog een bezoek aan de rechtbank, kreeg ik op humanitaire gronden dan eindelijk de papieren.

Ik kan niet zeggen dat ik blij was toen ik hoorde dat ik hier mocht blijven. Het was wel prettig dat ik in alle rust naar de toekomst kon kijken.

Sindsdien ben ik altijd politiek actief gebleven, met de Lumumbistische beweging en bij Msaada. Ik wilde de Nederlandse gemeenschap ervan overtuigen wat er allemaal in Zaïre gebeurde, en van 1993 tot 2000 hield Msaada kantoor in de kelder van het toenmalige ASKV-pand aan het Haarlemmerplein. Alle Congolese klanten kwamen via mij binnen. Ik heb toen ook met onder andere het ASKVen het Autonoom Centrum het Platform Illegale Vluchtelingen helpen oprichten.

In die periode had ik mijn eerste job als banenpooler: in samenwerking met de VON (Vluchtelingenorganisaties Nederland) coördineerde ik Msaada.

In 1999 zette ik met een partner een bedrijfje op, Fitas international, dat bemiddelde bij commerciële en financiële transacties tussen Nederland en Congo, maar we bleken niet opgewassen tegen Western Union, zodat we er in 2004 mee stopten. Daarna heb ik als archiefmedewerker bij de Inspectie van het Onderwijs en het College voor Zorgverzekeringen gewerkt.

Na de val van Mobutu ben ik voor de eerste keer in 1998 in Congo teruggeweest, en nog eens in februari 2000, toen vader Kabila aan de macht kwam, als vertegenwoordiger van de Congolese gemeenschap bij de Consultation Nationale in Kinshasa. En ik was er in 2012.

Dat land leeft nog in de middeleeuwen en je kunt je afvragen wat er moet gebeuren om het er weer bovenop te helpen. Er zal een sterke regering moeten komen en de onafhankelijkheid van het land zal moeten worden gerespecteerd, zodat de mensen zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Van het een komt dan het ander, maar eerst zal er een bodem moeten worden gelegd, in die zin dat de rijkdom eerlijk wordt verdeeld, zoals onder Chavez in Venezuela gebeurde.

Met het ASKV heb ik nauwelijks contact meer, maar ik zal nooit vergeten dat die mensen in een heel moeilijke periode in mijn leven de solidariteitskant van Nederland hebben laten zien. Het heeft als organisatie niet de macht om beslissingen te nemen, maar het kan wel kijken wat iemand nodig heeft. Door zijn activiteiten heeft het ASKV ook andere organisaties in Nederland wakker geschud.’

TEKST: Sytze van der Zee
FOTO:  Koos Breukel

Geplaatst in:

Life story